Na bijna zestig jaar voor de derde keer de eerste bewoner

Albert Uiterwijk woont al heel erg lang in de Frankrijklaan in Stadskanaal. Daar was hij negenenvijftig jaar geleden de allereerste bewoner van het huis. Toen hij net getrouwd was, woonde hij met zijn gezin driehoog aan de Belgiëlaan, ook als allereerste in dat huis. Binnenkort krijgt hij de sleutels van een splinternieuwe, levensloopbestendige woning aan de Gelderselaan, zo’n tweehonderd meter verderop in de groene wijk Maarsstee. Aan de andere kant van het buurthuis.  
“Ik zou niet anders willen; ik heb negen kleinkinderen en negen achterkleinkinderen. Die wonen bijna allemaal binnen een straal van vijf kilometer bij me vandaan!” 

“In de Belgiëlaan woonden we op de derde verdieping. Onze oudste zoon was 2, onze dochter net geboren. We wilden graag naar laagbouw, zodat de kinderen makkelijk buiten konden spelen. We hadden van Philips (daar werkte ik) al bijna een andere woning gekregen, toen ik hoorde dat ze ook aan het bouwen waren aan de Frankrijklaan. Dus ik vroeg: mag dat ook? Het mocht. Wat waren we blij! Een heel mooie woning in een fijne, kindvriendelijke wijk.”

Waarom dan toch verhuizen?

 “Vooral omdat ik sinds kort een vriendin heb, Gina. Zij woont in Assen. Mijn huis in Stadskanaal heeft energielabel D. Normaal niet zo’n probleem, maar als ik een paar dagen bij haar ben geweest in de winter, dan is mijn huis koud en dan duurt het een poosje voor ik het warm heb. Bij haar is het altijd warm, ze heeft een energiezuinig huis; dat noemen ze ‘nul op de meter’. Het wil zeggen: heel lage energiekosten, dankzij zonnepanelen op het dak en gasloos verwarmen. Dat krijg ik straks dus ook! Nog een voordeel van mijn nieuwe huis: ik heb daar een slaapkamer en badkamer beneden. Boven is er nog een slaapkamer die ik niet nodig ga hebben.” 

Nu is Albert 85 en zijn vriendin 80, maar je denkt bij dit krasse stel nog lang niet aan een traplift of een rollator.  
“We wandelen veel, soms wel dik tien kilometer. Verder willen we niet, want het moet wel leuk blijven. Ik fiets makkelijk de dertig kilometer naar Gina. En weer terug. We zijn net drie weken naar Marokko geweest en binnenkort maken we een busreis door Spanje. We hebben het heel gezellig samen! Ik was een paar jaar alleen, toen een van mijn kinderen ineens zei: Pa, je bent best veel alleen thuis, het wordt tijd voor een nieuw leven. Daar moet je niet mee wachten tot je 90 bent! Ze hebben toen een advertentie voor me online gezet, speciaal voor ‘bejaarden’. Na een paar voorzichtige mails was Gina de eerste die ik echt wilde ontmoeten. Ik vond haar meteen leuk – en het paste bij allebei. Ze gaat straks ook helpen met de verhuizing, dozen inpakken en zo. Zal ik vertellen waarom we niet gaan samenwonen? Als ik doodga, heeft zij haar kennissenkring in Assen nog. Als zij doodgaat, blijf ik in de buurt van mijn kinderen en kleinkinderen in Stadskanaal en omgeving. Je moet een beetje vooruitdenken, toch?” 

Gaat Albert de Frankrijklaan missen?

 “Het is wel spannend. Ik heb hier toch bijna zestig jaar gewoond, mijn kinderen grootgebracht. Eerlijk gezegd was het toen veel mooier dan nu. Iedereen in de straat kende elkaar. Op een zomeravond keek je samen voetbal bij iemand in de tuin. De ene nam bier mee, de andere limonade. Muziekje erbij, wie doet je wat? Op Oudejaarsavond ging je het hele blok langs om iedereen Gelukkig Nieuwjaar te wensen. Dat doen ze nu niet meer; jongeren zijn veel meer op zichzelf. Niemand klopt nog bij elkaar aan voor een kopje koffie. Van de allereerste bewoners is er buiten mij nog maar eentje over, aan de Kamerijklaan. In sommige huizen zit al de achtste of negende bewoner. Ik ken lang niet alle mensen in de buurt meer. Twee deuren verderop woont nu een heel lieve Pakistaanse familie. Geweldig leuke mensen. Hij spreekt helemaal geen Engels, zij een klein beetje. Als we een praatje maken, lacht hij vriendelijk mee, dat wel.” 

“De huizen aan de Gelderselaan zijn voor 60-plussers, dat lijkt me veel gezelliger. Ik heb al even kennisgemaakt met mijn nieuwe buurvrouw van 62. Vooral fijn dat ik bij mijn familie in de buurt kan blijven; we zijn heel close, ik ben echt gek met ze. Mijn oudste zoon heeft zijn vakantie zelfs even uitgesteld om te kunnen helpen met de verhuizing. Op verjaardagen is iedereen er, iedereen gaat leuk met elkaar om. Ik ben echt een op-en-top familieman. Toen mijn kleinkinderen nog naar de MTS gingen aan de overkant, was het elke vrijdag raak: patat eten bij opa. Ze mochten dan een paar klasgenootjes meenemen. Dat liep al snel uit de hand. Toen zei ik: kom maar maximaal met zijn vieren. Volgende week weer een ander vriendje of vriendinnetje.” 

Nog één keer ergens eerste bewoner? 

“Een vriend van me zei laatst: dat lukt je vast niet nog een vierde keer, ergens de eerste bewoner zijn! Toen zei ik: wedden van wel? Namelijk als ik straks op het kerkhof lig, in mijn kist. Lachen!”